Een hele tijd terug vond ik rechte lijnen het mooist. Of op een toonbank alles rechtleggen, dat wil ik soms nog steeds. Alles dat scheef is rechtzetten. Perfect. Wat een vervelende eigenschap als alles om je heen verre van perfect is. En wat is perfect nu eigenlijk en wat kun je ermee?
In de wereld van appels en peren is ook alles imperfect. In de wereld van het opgroeien naar volwassenheid is het zelfs riskant om te denken en te wensen dat alles perfect is. Misschien streef je er met alle macht naar maar kun je het gewoonweg niet bereiken, omdat het niet bestaat; perfectie.
Salvador Dali zei immers: ‘Wees niet bang van de perfectie, je bereikt ze toch nooit.’
Waarom streeft men naar het perfecte? Ontevredenheid? Laag eigenwaarde? Zoeken en wensen dat er een prachtig iets is dat perfectie heet? Is de zoektocht er naartoe niet het ding en als de perfectie er eenmaal is, zoals men na lang zoeken denkt te verkrijgen, is het nog steeds geen utopia? Want men zoekt steeds meer, verder, langer en met meer risico?
Ik denk zelfs dat het averechts werkt. Als je een idee hebt dat je wilt uitwerken en je streeft vanaf dag een naar een perfect geheel, dan zul je ernaar streven totdat je een ons weegt. Want telkens als je denkt dat je er bent, is er toch weer iets dat beter kan/moet. Ook als je een kans in je schoot geworpen krijgt en je hebt de keus, dan zijn er ook mensen die wachten op een betere kans. Wie weet was die eerste kans wel de kans op verbetering, de volgende stap. Nee, misschien geen droombaan of droomhuis, maar wel een stap in de goede richting.
Misschien is imperfectie wel het allermooiste dat een mens zich wensen kan. Door imperfectie kan verschil blijven bestaan.