Justine voelt zich op de een of andere manier aangetrokken tot een vreemd soort ster ver in het heelal maar zichtbaar aan het blote oog. De ster heeft een bepaalde uitwerking op haar. Men denkt in de familie dat ze ziek is. Ze voelt zich zwak en depressief en gedraagt zich destructief. Haar huwelijk strandt al op de eerste avond. Ze scheldt de huid vol van haar baas en wordt ontslagen.
Lars von Trier zet een sprookjesproloog neer met overweldigende muziek van Wagner. Het eerste deel gaat over Justine en het tweede gedeelte over haar zus Claire. Allebei gaan ze op verschillende manieren om met de dreiging dat de aarde geschampt zal worden door een planeet. De man van Claire, sterrenkundige, is ervan overtuigd dat het allemaal goed zal aflopen. Claire daarin tegen is bang.
Hoewel de film met tijd en wijlen zwaar op de hand ligt en aangedikt wordt door de dramatische muziek van Wagner kent de film ook kleine humoristische scenes. Het einde van de film is evenwel nog dramatischer. Terwijl Justine kalmer wordt en aanvaart wat er gebeuren gaat is haar zus Claire helemaal hysterisch. Zij kan amper verkroppen dat ze haar gezin zal verliezen.
Deze film is bijna poetisch gefilmd. Als je woorden en zinnen op film zou kunnen vastleggen zou het zo gedaan kunnen zijn. De film heeft als kenmerk ‘science fiction’. Het is de meest gevoelige en poetische science fiction die ik ooit gezien heb.