Ik wil eigenlijk heel graag kijken naar alle Carnavallende mensen, want ik heb heimwee. Kroegentochten, geflirt wanneer je het amper doorhad en geflirt wanneer je het heel erg door had en hossen op lullige nummers en de DJ die drie keer dezelfde plaat draaide en wat kon het ons allen schelen. De condensdruppels langs de ruiten, teveel mensen op een plek en dat eeuwige gefuif op de meest idiote liedjes hangend in elkaars armen want iedereen was elkaars vriend en met een slok op, ik dronk zelf zelden, was je een trouwpartner voor het leven. ‘Ik hou van je!’ riep de lallende bal naast je en kuste je op de mond en morgen was ie je vergeten.
Ik wil dolgraag mijn legergroene minirok aandoen met netkousen en legerkisten en de G.I K uithangen die ik nooit zal zijn. Ik wil mijn nametag laten schijnen en diverse telefoonnummers meenemen terwijl ik die gasten nooit zal bellen. Ik wil mijn ogen sluiten terwijl iedereen om me heen danst en ik wil keihard meezingen zodat ik morgen zo schor als een kip ‘goeiemiddag’ zeg tegen logerende gasten op half opgepompte luchtbedden.
Feestvierend Brabant. Men danst op de bar en liters bier wordt over gouden kostuums gemorst die een dag later stinkend in de badkamer op een hoopje liggen. Het is weergaloos prachtig. Dat Carnaval. …
[Deze blog stond ook op Hofstijl.]