Ik ga de link hier niet plaatsen. Het was nogal een berg hoogdravendheid wat ik gisteren, via een conversatie en een doorverwijzende link op twitter, las. Waarschijnlijk dacht de schrijver, jeuj, ik ben nieuw en mag op dit platform bloggen en laat ik nou meteen eens flink met de deur in huis vallen. Het doet het namelijk altijd goed, flink je mening geven over een bepaald hot item en als je het dan een beetje extra aandikt kun je wellicht veel views verwachten. Een stukje ‘bad publicity is good publicity‘. En toch ook een schouder misschien, maar die schouder was ver te zoeken of niet breed genoeg. De blogger in kwestie was op zoek naar gelijkgestemden maar kreeg de tegenpolen op haar dak.
Terwijl iedereen zich erover heen stortte en het walgelijk vond, vond ik het vooral verdrietig en hoopte ik nog steeds dat het een grapje was.
Vandaag viel ook de beurt aan Yvonne Kroonenberg. Iets met primitieve mensen en geschoolde mensen die moeilijke dingen leren en klassieke muziek luisteren. ‘Iedereen noemt zich ook maar mens tegenwoordig.’ verzuchtte ze.
Was het niet een soort grapje? vroeg ik me af. Kon het misschien zo zijn dat iemand een grapje had gemaakt? Mag het (alsjeblieft) een grapje zijn? Als het een cabaretiër was geweest hadden we gehuild van het lachen.
Gisteren blogde ik over vrijheid van schrijven. Het kan zomaar ineens zo zijn dat je in de schijnwerpers staat waar je, voordat je begon met je verhaal, niet over nagedacht had. Het voordeel van lompe directheid zonder enige nuance is dat je wel meteen duidelijk hebt wat de ander ergens van vindt en hoe hij is. Laten we er vooral ook de voordelen van inzien.