We houden elkaar continu spiegels voor. Dat is soms grappig en bijzonder maar soms ook ronduit confronterend. Alsof de ander je laat zien waar die pijn ook alweer zat, of dat wat je vergeten leek te zijn weer door een blik of een uitgesproken gedachte nieuw leven inblaast.
Soms wil je dat namelijk helemaal niet. Gaan we niet voor niets gedachten en gevoelens vermijden. Daar zijn we als mens aardig goed in. We kopen, gokken, drinken, eten en sexen ons helemaal naar de klote op die manier.
Soms neem je in je bagage ellende en gevoel mee waar je jaren later in nieuwe situaties continu tegenaan blijft botsen. Je hebt jezelf soort van geconditioneerd tot iets waar je je naar gedraagt maar het is niet echt wie jij bent. Dat zorgt voor botsingen, fricties en teleurstellende momenten waarbij je je telkens afvraagt hoe dit mogelijk is. Een soort rode draad dat niet doorgeknipt wordt omdat je (nog) niet goed hebt gezien of beseft hebt waar het doorgeknipt moet worden en je je gedrag veranderen kan.
Je wordt gevormd door je jeugd, opvoeding, vrienden, school en omgeving en neemt karakter en aanleg mee. Je kunt duiken, vluchten, confronteren of vechten. Of allemaal. En het gekke is, alleen jijzelf kan jezelf worden. Niemand anders.