Jaren geleden raapte ik de moed bij elkaar en ging met de trein naar Nijmegen om te doen, of te laten doen, wat ik al zo lang wilde. Daar aangekomen, in de tattooshop, legde ik uit wat ik wilde en liep met de man een trapje af naar een achterkamer waar al druk gewerkt werd. Toen ik moest plaatsnemen op een leren krukje en een geopend blikje halve liter bier zag staan stond ik op en verliet de tent.
Er gingen uiteindelijk jaren overheen. Ik dubde, wikte en woog. Niet iets ook om impulsief te doen; een tatoeage laten zetten. Het gaat er immers nooit, maar dan ook nooit meer vanaf. En de plek was ook zoiets. Waar dan? Wat was een goede plek? En hoe wilde ik het dan precies? Totdat ik in een museum in Brussel in een boek de perfecte pijl zag. Dat ging het worden!
Vanmiddag zat ik samen met Judith te wachten toen er een soort van Ben Saunders vroeg of ik meekwam. De beste man ging snel en geroutineerd te werk, ondertussen kletsend en filosoferend over de zin van het leven, dat er geen toeval bestaat en waarom mensen zoveel dingen gangbaar en normaal vinden en andere dingen niet. Hij vroeg tussendoor af en toe of het wel ging. Het ging prima! Ik had nergens last van. Het was een soort schrapend gevoel over je huid, maar pijn had ik allerminst.
Na een uurtje ongeveer stond ik weer naast het bed. En met een symbolisch teken op mijn arm. Even ingepakt voor een avondje en nacht om dan nog een anderhalve week goed in te vetten. Die pijl staat voor heel veel dingen, maar onder andere dat je altijd je doelen achterna moet gaan en dat je vooruit gaat.
[Bovenste foto gemaakt door Judith van Doorn.]