Wat nou, dat kan ik niet?
Toen ik de toppen van mijn vingers op de snaren legde dacht ik heel even: dit kan ik niet. Mijn vingers waren stijf, onbuigzaam en roestig. Er zitten verschillende kootjes aan een vinger. De bovenste kon ik niet buigen. En dat maakte me kwaad. Wat nou, dat kan ik niet? In mijn omgeving leerde men …