Communicatie is vooral informatie verstrekken.

Als het gaat om oudercontacten heb ik veel moeten leren in de kinderopvang; mijn vorige loopbaan. Duidelijkheid is voor de één een vager begrip dan voor de ander. Duidelijkheid is moeilijk, je kunt namelijk niet duidelijk genoeg zijn. Als je jezelf een ‘duider’ noemt ga je er vanuit dat je op de juiste manier omschrijft, verklaart en uitlegt. Het blijft perceptie; de ander kan nog steeds met vraagtekens zitten. Communicatie is het aller moeilijkste wat er bestaat, en ik beleef het bijna dagelijks.

Laatst was ik in het ziekenhuis om bloed te prikken. Dat kan gebeuren; je drukt op een groene knop waarop staat ‘bloedafname’ en je wacht totdat nummer 832 voorbij komt. Toen er een piepje afging en mijn nummer in beeld kwam, liep ik naar de balie om mijn verwijsbrief in te leveren. ‘U heeft het verkeerde nummer, mevrouw. U heeft een cito.’ Een wat? ‘Als er op uw verwijsbrief cito staat, heeft u voorrang.’ Als niemand mij van tevoren uitlegt dat ik niet op het knopje bloedafname moet drukken maar op knopje cito, en er wordt gecommuniceerd dat ik ‘bloed moet prikken’ ga ik niet voor de lol op knopje cito drukken. ‘Wat fijn dat u me nu uitlegt wat ik moet doen.’ was mijn reactie, en ik was níet cynisch.

Mijn horloge ging kapot. Twee dagen geleden stopte hij ermee om 00:39. Mijn horloge is geeft me het gevoel dat het een erfstuk is. Het is al meer dan tien jaar oud en ik draag het als een sierraad. Ik besloot meteen naar een juwelier te gaan om het te laten maken. ‘We moeten het opsturen. Dan ben je het vier weken kwijt. Of langer.’ Dat vond ik geen optie. ‘Ik probeer wel ergens anders.’ Ik liep langs een paar juweliers en bij de derde verkochten ze ook Diesels. ‘Wil je persé dat ie waterdicht blijft?’ Nee, dat wilde ik niet persé. “Als je dat wel gewild had, had ik je horloge moeten opsturen. Als je het niet erg vindt om op te passen met water, maak ik ‘m nu even open.’ Ik wist helemaal niet dat het lag aan de wel of niet waterdichtoptie. Waarom legde niemand mij dat uit, zodat ik keus had?

Communicatie is vreemd. Soms vertel je veel om iemand te helpen. Soms vertel je minimaal om iemand niet ongerust te maken. Bij de een valt dit juist verkeerd en bij de ander zit je goed. Soms laat je expres iets achterwege. Soms is communicatie vooral nonverbaal waarbij je eigenlijk best verbaal had kunnen zijn want de nonverbale communicatie was duidelijk genoeg, al is het altijd gokken wat iemand écht bedoelt. Beter is bij onduidelijkheid even na te vragen. ‘Wat bedoel je daarmee?’ ‘Heb ik het goed begrepen dat …’

Voorheen kreeg ik regelmatig communicatietrainingen. Hoe ga je om met lastige mensen, slecht nieuwsgesprekken en wat doe je als iemand je niet begrijpt? Indirecte vragen zijn vaak multi-interpretabel. ‘Kun je dit voor me doen?’ Ik zou dat inderdaad kunnen doen. De vraag is alleen of ik dat nu wil doen of later. ‘Lust je koffie?’ ‘Ja, dat lust ik.’ ‘Wil je nu koffie?’
‘Je brengt nooit bloemen voor me mee.’ Dat is een dooddoener. De klager zal namelijk niet snel meer tevreden zijn; nooit is waarschijnlijk niet waar en als degene ineens wel bloemen meeneemt zegt de klager: ‘Ja, nu is het niet meer spontaan.’

Het wil helemaal niet zeggen dat ik zo goed ben in communiceren. Ik kom oorspronkelijk uit Brabant en daar zeggen ze allemaal: ‘Lust je koffie?’ (‘Luste ge un bekske koffie?’) …

Kapot geregistreerd.

Het was een grauwe ochtend toen ik in de trein stapte en een plek zocht bij het raam, dichtbij de deur zodat ik in Utrecht meteen naar het tussenstuk kon lopen en naar mijn afspraak kon. Ik had twee tijdschriften gekocht, het filosofie magazine en een ‘ja, maar’ krantje over omdenken. Er gingen steeds meer passagiers zitten die met of zonder koffie, rugzakken of andere spullen ruimte innamen. Er liep een oudere mevrouw in een rode jas heen en weer.

Terwijl de trein richting Gouda tufte kwam de mevrouw met rode jas weer langsgelopen. Nadat ze een kastje had geactiveerd ging ze naast een mevrouw, aan de andere kant van mij, staan en vroeg, harder dan normaal gesproken de bedoeling was, ‘Mag ik uw kaartje zien in het kader van een onderzoek?’ Maar het was eigenlijk geen vraag.

De vrouw naast me, aan de andere kant van het gangpad, schudde haar hoofd. Ze wilde niet haar kaartje laten zien. Ze nam ook helemaal geen aanstalten alsnog, na enige twijfel, haar kaartje uit haar tas te pakken. Ze had haar besluit genomen. Duidelijk.

‘Wilt u uw kaartje niet laten zien? Dát noteren we dus ook.’

De mevrouw in de rode jas was gepikeerd en draaide zich met verbeten gezicht naar mij toe.

‘Tja, als ze haar kaartje niet wil laten zien, dan noteren we dat ook.’

Ik kreeg het gevoel dat ze een medestander zocht. Iemand die een groepsgevoel zou kunnen versterken. Iemand die zou beamen dat het erg idioot was wat die vrouw net besloten had en dat het misschien zelfs onbeleefd was om zoiets te weigeren. Ik voelde me een moment het slachtoffer van een gewetenskwestie. Mag iemand een kaartjesonderzoek weigeren?

‘Nou, ik was ook even aan het twijfelen, moet ik bekennen, om mijn kaartje te laten zien.’

De vrouw keek me fronsend aan en zuchtte.

‘We doen ook maar ons werk.’

Dat vond ik een onzin-antwoord. Dus omdat iemand haar werk moet doen, moet een ander daarin meegaan? Is het beter om mee te gaan met een onderzoek omdat het bij iemand’s werkterrein hoort? Waarom werd iemand nu verbaal en nonverbaal de dupe van een vraag waarbij je ‘ja’ of ‘nee’ kon antwoorden waarbij de vraag een vrije vraag was maar blijkbaar onderhuids een verplichting was? Was de vraag dus eigenlijk geen vraag maar een eis?

Registreren * Het vastleggen van gegevens of informatie in een blijvende vorm, zoals schrift op papier of elektronische signalen op een magnetische band.

‘Ik kan me voorstellen dat iemand een kaartje niet meer wil laten zien als het gaat om onderzoeken. Ik voel me de laatste tijd ook kapot geregistreerd en onderzocht. Bovendien vraagt u het. Dan mag iemand weigeren.’

Vrije wil. Ook een onderwerp in de maand van filosofie. Gisterenmiddag liep ik op station Zoetermeer en afgelopen vrijdag in Amsterdam Amstel door detectiepoortjes. Als je een OV Chipkaart gebruikt hou je het pasje voor de detectiemeter om door te kunnen lopen. De OV Chipkaart meet en registreert jouw reisroutes. Het ziekenhuis vraagt telkens of je je dossier online wilt inzien. Ik heb destijds geweigerd om mijn dossier online op te kunnen vragen want stel dat het hele systeem op straat komt te liggen door een hackpoging. ‘Maar dat kan niet gebeuren.’ Natuurlijk kan dat wel.

We zijn meetbaar geworden. We zijn levende onderzoeksresultaten. We zijn tevens een gemiddelde en als het gemiddelde niet voldoet onderzoeken we, meten we en registreren we weer nieuwe onderzoeken. Babies gaan naar een consultatiebureau waar gekeken wordt naar metingen en gemiddelden en als deze opgroeiende kinderen op de basisschool zitten meten we en onderzoeken we of ze wel voldoende scoren op een CITO-Toets.

In onze taal stellen we vragen maar we stellen soms helemaal geen vragen. We eisen op. We hebben een gemiddelde in ons hoofd en naar dat gemiddelde leven we. Reist u elke dag van Groningen naar Hengelo en vanaf volgende maand opeens niet meer zal NS Reisinfo u een online enquete sturen. Of ga ik nu te ver?

Tosti appel kaneel.

De keren dat ik opperde een lekkere zoete tosti te maken, namelijk met appel, kaneel en suiker, gingen er wenkbrauwen synchroon naar beneden. ‘Wat?’ ‘Dat is toch niet lekker?’ Ik weet niet beter, mijn moeder en oma maakten het allebei en wij smulden en peuzelden onze vingers erbij af.

tosti

 

Ik vroeg op Twitter:

[blackbirdpie url=”https://twitter.com/#!/metkcom/status/166143630254419968″]

En jawel hoor de reacties kwamen meteen:

[blackbirdpie url=”https://twitter.com/#!/JanPeterBogers/statuses/166147739506311168″]

[blackbirdpie url=”https://twitter.com/#!/LiavdBerg_NeCo/statuses/166144867808972803″]

En toen kwam @ienebien met een geweldig antwoord:

[blackbirdpie url=”https://twitter.com/#!/ienebien/statuses/166175439742697472″]

Je pakt twee sneetjes brood, wit of bruin, doet er wel/geen boter op en legt er plakjes appel op die je bestrooit met kaneel en suiker. Een paar minuten in het tostiapparaat et voila.

[Foto blokje gemaakt door Wilbert de Groot. Foto blog gemaakt door Mariëlle Ernst.]

Mooiste uitzicht continues.

Pas geleden vroeg ik in de creativiteitsvraag wat je mooiste uitzicht was. Josephine schreef al over haar mooiste uitzicht en gisteren schreef ook Michael erover in zijn blog.

Mijn mooiste uitzicht is recht tegenover mijn voordeur. Het weiland verder weg richting Wassenaar lijkt op Brabant, waar ik vandaan kom. Hoewel ik verder geen heimwee heb naar het Brabantse land, heeft dat uitzicht wel iets speciaals voor mij. Het verandert ook steeds, dat uitzicht, en toch ook weer niet.

Bietje Brabant in Den Haag.

Wat is jouw mooiste uitzicht en waarom?

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten