Vrijdag kwamen allerlei onderwerpen voorbij en alles dat met feesten te maken heeft heeft een andere kant, de dood. Ook dat kwam voorbij, want de opa van één van mijn vriendinnen was net een week ervoor begraven en ook de vader van mijn andere vriendin was aan het kwakkelen.
‘Opa zat weleens uren alleen in zijn rolstoel naar buiten te kijken. Hij was blij als hij een bekend gezicht zag en was dolenthousiast als hij even naar buiten mocht.’ Het verzorgingstehuis, waar hij verblijven moest, was voor hem een crime.
Als je ver weg woont ben je soms net niet op tijd. En daar dacht ik ook weleens over na. Gelukkig heb ik een broer en kun je samen beslissingen nemen. Als je alleen bent zonder broers of zussen komen alle beslissingen bij jou te liggen. Er is geen klankbord. En wat moet je doen als je amper gesproken hebt met je ouders over wensen?
Hij was al aan het kwakkelen, was al eens in en uit het ziekenhuis geweest met allerlei vage klachten maar dat deze ochtendvroeg haar broer zou bellen, met een brok in zijn keel, en zou vertellen dat ze naar Zwolle moest komen want het was niet goed, had ze niet verwacht. Van je ouders verwacht je een eeuwig leven en denk je niet of nauwelijks na over hun overlijden, laat staan dat je vanochtend een telefoontje krijgt met de mededeling dat het al gebeurd is. ‘Pa is dood.’ Dan zit je ineens in de auto, laat je de tranen de vrije loop en bel je je vriendin op.
‘We hebben het er vrijdag nog over gehad! Het is toch niet te bevatten?’
Mijn eerste gevoel was die afstand. Zij, op weg naar Zwolle, naar de boerderij van haar ouders, haar moeder overstuur, haar broers en zussen onderweg, en ik zit hier in Den Haag. Ook al weet je verstandelijk dat al je ouders een keer gaan, blijft het een schok als je zo’n telefoontje krijgt.