Je leest weleens wat verkeerd waarbij je teruggefloten wordt met je ogen. Nog een keer lezen. Wat stond er nou echt? Oh, dat, niet dat andere! Geen keerkracht, maar veerkracht. (Bladzijde 9 in het boek Opkrabbelen.)
Gisterenochtend duwde ik de zware deur open van café September. De norse man, die ergens toch ook weer vriendelijkheid uitstraalde, mompelde dat ie ‘inderdaad open was’. Ik heb wel vaker moeite om zware deuren open te krijgen. Soms denk ik bij voorbaat dat een deur loeizwaar is en duw ik met al mijn kracht tegen de deur maar dan zwiept ie met gemak open en val ik zowat een café of andere gelegenheid binnen.
Ik bestelde een koffie, deed mijn jas uit en besloot nog heel even mijn sjaal om te houden. Ik bladerde door een Groene Amsterdammer, iets over Freud. Ik bladerde en bladerde en las:
‘Wat weergaloos is, is niet persé van waarde.’ Ik gaf de onbekende man, helemaal gelijk. Maar dat stond er niet. Toen ik las wat er werkelijk stond, moest ik nadenken.
Soms lees je hele andere dingen dan wat er staat. Alleen al dat gegeven vind ik interessant. Dat ik destijds keerkracht las in plaats van veerkracht is me altijd bijgebleven. Voor mij is keerkracht een nieuw Nederlands woord dat door iedereen gebruikt mag worden. Keerkracht is de kracht om te keren. ‘Zoals een keuze die je maken kan.’
Wat weergaloos is, is niet persé van waarde. Ongeëvenaard. Iets dat je niet kan overtreffen. En wat weerloos is, is niet persé van waarde. Zonder verdediging.