Balans.

1 tweearmige weegschaal
2 evenwicht
3 overzicht van bezittingen en schulden

Balans. Balanceren. Jezelf kunnen voortbewegen zélfs op een dun gespannen koord.

Het is de balans tussen stil zijn en roepen. Tussen afvallen en aankomen. Houden en weggeven. Duidelijkheid en vaagheden. Zwart en wit. Adem inhalen en uithalen. In chaos je rust vinden.

Het is de balans vinden tussen gaan voor je doel en om je heen blijven kijken. Kiezen wat het beste is uit alle risico’s. Geld verdienen met wat je leuk vindt en vaste lasten betalen. Je zult ergens geld moeten verdienen om je huis, je voedsel en kleding te kunnen kopen.

Het is de balans zoeken tussen eigenheid en aanpassen. Tussen zwelgen in je verdriet en schouders eronder zetten. Realiteit en fantasie. Dubbel en dwars. Doorsnede en compleet zijn. Kiezen voor alleen of samen. Gevoel uiten of binnenhouden.

Het is een balans hebben tussen intuitie en verstand. Plichtsbesef en gevoel. Goed doen en kiezen voor jezelf, ook al klinkt dat in de oren van anderen als egoïsme. Het is de balans tussen grenzen aangeven en alles blijven doen om het een ander naar de zin te maken. De balans tussen opgebrand en juist heel erg fit en zeker. De balans tussen ja en nee.

Balans is rust en evenwichtigheid. Kracht en inspiratie. Koorddansen vol vertrouwen en wijsheid.

Onmacht.

1) onmogelijkheid om iets te doen wat je wel graag wilt; machteloosheid
2) flauw vallen

‘Alsof mijn lijf hele andere dingen doet dan ik wil. Ik wil helemaal niet dat het doet wat het doet en al helemáál niet dat het iets niet doet. Waarom kan ik niet sturen?’ …

‘Alsof mijn lichaam goochelt. Trucjes uitvoert waar ik zogenaamd om zou moeten lachen. Ik lach er niet om. Het doet zeer. Het is een onvermogen, een last. Het is uit mijn handen. Uit mijn hoofd. Uit mijn wil.’ …

‘Ik heb geen litteken dat ik kan dragen en kan laten zien op het moment dat het even minder met me gaat. Het zit tussen mijn oren, in mijn bloed en waar dan ook waar ik niet wil dat het er zit. Het mag eruit, stoppen, verschrompelen. Het mag dood.’ …

‘Alsof het leeft, groeit en groter wordt zonder mijn uitdrukkelijke toestemming. Dat het een eigen leven leidt en een eigen wil heeft. Ik ben het er niet mee eens!’ …

‘Ik ben het er verdomme niet mee eens!’

‘Mijn lijf zeult met me. Plaagt me. Duwt en trekt. Schopt en grijpt me en laat dan weer los. Ik heb geen houvast meer. Ik kan niets vertrouwen. Ik zou het liefst willen verstoppen in mijn lijf, maar mijn lijf verstopt zich niet.’ …

‘Ik zou moeten loslaten. Het beste dat mijn hart en mijn verstand kan dragen. Het duwen en trekken en vechten kost mij energie. Het maakt me moe en radeloos’. …

(Onderdeel van de WOW.)

Kortzichtig.

1 te weinig rekening houdend met de toekomst of de aard ve situatie

Kort zicht. Je bereik van iets is te kort, je fantasie ontbreekt waardoor je blijft bij het beginpunt. Bij de ingang van iets. Op een drempel blijven. Niet meer ontvangen. Je mening is die van jou en niet anders. Je hoeft niet te vragen, want je antwoorden heb je al ontvangen. Zij laten je weten dat wat je denkt en wat je besloten hebt door zal gaan. Want jij hebt de stap naar meer niet nodig.

Je bent degene die de armen over elkaar houdt. Je laat nimmer los, want je hoeft niet zo nodig. Armen reiken wijd als je armen openslaat, maar daar heb je geen behoefte aan. Bovendien laat je de woorden als vlinders dwarrelen langs je oren, om ze te laten verdwijnen in het niets. De boodschap blijft hetzelfde.

Wat je horen wilt bewaar je goed. Wat je aangereikt krijgt schud je langs je neer. Het is de fantasie die niet zal inmengen met wat je besloten hebt en gedacht. Het is zoals zwart en wit geen grijs zal mengen en rood en geel nooit oranje laat zijn. Waarom wil je zo graag geloven wat je zelf gelooft zonder de redenen, de bedenksels en opties maar even te overwegen?

Kort zicht. Het laat je staan waar je staat. Het omarmt alleen dat moment. Je zoekt niet want je fantasie laat het zo. Je hoeft niet te grijpen want het woord laat het niet toe. …

Onderdeel van de WOW.

Extreem.

1 buitengewoon, uiterst, vergaand
2 boven het gemiddelde

Thuis zat zij onder de tafel. Met schokkende schouders. Ze zag vanonder de tafel de benen van mama heen en weer lopen in een nerveuze pas.

Moeder was aan het bellen maar kreeg niemand aan de lijn. Ze vloekte ervan.
Wat haar deed ineenkrimpen. Mama was woest. Theatraal, hectisch en woest. Het was koude woestheid waarvan haar lichte blauwe ogen bijna ijs werden. Daar moest ze altijd van schrikken op het moment dat het over leek. Dan volgde er alsnog een uitbarsting.

Ze hadden haar viespeuk genoemd. Buiten tijdens de schoolpauze. Ze renden in een kring en haar gezegd dat ze vies rook. Zij had bijna de neiging aan haar trui te ruiken. Was het echt vies? Ze was toch schoon? Ze had naar haar trui gekeken. De stof gevoeld vanonder haar vingers. Had verbaasd naar de lachende ogen gekeken die vuur spoten tegelijkertijd. Als ze vies rook moest ze zich wassen. Ze waste zich toch? Mama gooide dan een washandje de badkamer in. “Hier is een schone.” Het werd achteloos gegooid zodat zij het opraapte van de tegelvloer. Zette ze het trapje voor de wastafel want de spiegel was te hoog.
Opende ze de kraan en voelde het water warmer worden. Gleed met haar beide handen langs het water. Het water werd warmer. Het voelde als een vloeibare deken. Totdat mama opeens met een ferme draai de kraan dichtmaakte en haar aan haar bovenarm de trap aftrok. “Niet spelen met de kraan! Meekomen nu. Je gaat naar bed.”

Allure.

1 houding, wijze van optreden;
2 Het indrukwekkend groots zijn

Het moment dat je met je hak blijft haken achter een tegeltje dat net ietsje pietsje hoger of schever ligt dan de rest en je weet dat je gaat vallen maar in dat ene moment bedenk je razendsnel dat je, nu je dan toch gaat vallen, beter zo kan vallen dat je zo min mogelijk rare taferelen veroorzaakt. Het is vreemd hoe het werkt in je hersenpan; het moment van wetenschap dát er gevallen gaat worden, het opvolgende moment dat je weet dat je ten overstaan van iedereen gaat vallen en terwijl je aan het vallen bent met grote zekerheid wéét, met het diepste binnenste van je ziel waardoor alle schaamte vanuit je hoge hakken zo naar je rode kaaklijnen stroomt, dat je lachsalvo’s veroorzaken gaat. De val en plein publique is een val van ellende.

En dan lig je. Op straat. Op je rechterbil. Je voeten in een rare positie naast en voor je. Je tas ernaast. Je haar hangt voor je ogen. Je wangen rood van gêne. Je kuitspieren doen zeer. Gelukkig draag je een broek. Het trottoir is koud. Je bil doet pijn. Je hoort achter je mensen ginnegappen. Men loopt langs je heen in een grote boog alsof je de pest hebt. Je kijkt even in een waas, want je tranen zitten in de weg, naar je ontzettende mooie pumps en bedenkt je de woorden van Rodrigo Otazu. Die Uggs en sneakers aan vrouwenvoeten waren het zó écht niet. En je pinkt een traantje weg maar je heft je kin omhoog.

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten