Alles is maar spel.

Ik bevond me in een kale kamer met een tafel in het midden. Het was overdag, de wind blies lichtjes een gordijn naar binnen. Aan de tafel zat een man die overduidelijk ‘eigenaar was van iets’. Schuin tegenover hem zat een vrouw, een actrice. Ik bevond me ergens verder weg in de kamer, maar ook weer dichtbij genoeg om me overal mee te bemoeien. Dat deed ik dan ook.

De man liep teksten door, zoals een regisseur dat doet. Dit moet zo, dit hoort zo, dat moet anders. De actrice tegenover hem knikte. Op een gegeven moment nam hij de woorden ‘Alles is uiteindelijk spel’ in de mond en ik, achterover geleund om mee te luisteren, schoot naar voren. Met beide armen zwaaide ik in de lucht. ‘Dat moet je volgende toneelstuk zijn!’

‘Alles is maar spel!’

De regisseur keek op en dacht even na. Hij mompelde wat. In dromen is mompelen dubbel zo vervelend als in het echte leven. In het echte leven kun je nog vragen: ‘wat zeg je nou?’ maar in een droom lukt dat (vaak) niet. ‘Dat heb ik al een keer gedaan, dat heette de Twee Heren.’ zei hij. Hij bedoelde waarschijnlijk dat hij dit thema al eens verwerkt had in een ander toneelstuk. Oké. Vond het nog steeds een briljante titel.

De actrice ging een scène oefenen. Ze liep heen en weer, de regisseur gaf commentaar dat ik niet kon verstaan. Als je het niet goed kunt verstaan in een droom zal het wel niet belangrijk zijn. De regisseur vroeg of ze wilde stoppen. Haar hand lag nog op de deurklink. Ze luisterde maar schudde haar hoofd.

‘Als ik niets wil zeggen dan blijft deze deur gesloten.’

was haar reactie.

Duidelijke metafoor voor iets, stelde ik meteen al vast tijdens het dromen.

Toen ik wakker werd bedacht ik me twee heren van ver. Iets met een spel en deuren die gesloten blijven. …

Positief naïef.

Dat een acteur je vertelt, notabene terwijl je aan het douchen bent, dat je altijd zo positief overkomt. Niet de minst of geringste acteur kan ik je meedelen. George Clooney. Je leest het goed. George. Clooney.

Hoe het precies tot stand kwam weet ik niet maar ik nam een douche en waste mijn haren. Naast me kwam George Clooney staan, in maatpak. Zwart met wit overhemd. Hij was nergens in geïnteresseerd behalve mij meedelen dat ik toch altijd best positief overkwam. Leuk om te horen maar ik was het er niet helemaal mee eens. Ik kon soms best een potje klagen. Dat vertelde ik hem ook. ‘Nou…’

‘Gevaar is dat sommige mensen me …’ Ik zocht het juiste woord. ‘Naïef?’ vulde hij aan. Ik knikte naar George Clooney. Dat was het. Mensen zouden kunnen denken of vinden dat ik soms naïef overkom. Misschien was ik daar ook weleens bang voor, omdat ik niet naïef ben. Verre van zelfs. Het is alleen dat ik geloof in mijn eigen intuïtie. En zeker weten dat iets goed komt, zonder duidelijke meetbare bewijzen.

Verder was George best een aardige kerel hoor. Ik weet ook niet meer waar hij naartoe ging of waar hij überhaupt vandaan kwam en waar ik stond te douchen en waarom maar voor zo’n kort gesprekje was hij best oké. …

‘As you get older and ease your way into being a character actor you have to be comfortable with where you are in life and career, and I’m very comfortable with what I’m doing – working on projects I’m proud of.’ — George Clooney.

Intuïtie is een sterk gevoel van zeker weten. Het lijkt op een stemmetje dat veel eerder dan jij zelf zegt dat iets een goede weg is of dat je juist iets maar niet moet doen. Volwassenen zijn helaas verleerd naar die stem te luisteren en maken rationele beslissingen die soms niet goed uitpakken. Er zijn situaties waarin je gewoon zeker weet, zonder duidelijke bewijzen, dat iets niet klopt, iets niet oké voelt of juist wel. In het boek Opkrabbelen vertel ik daarover.

Lamgeslagen.

Lamgeslagen * 1) Onthutst 2) Uit het evenwicht – Ontkrachten.

Eigenlijk een raar woord. Lam -geslagen. Alsof ik eerst helemaal lam beschonken zou zijn, zodat ik niet meer helder denken kan en daarna onthutst niet meer weet wat ook alweer van voren zit of van achter.

Heb je ooit een stomp in je maag gehad? Ik helaas wel. Ik kan het gevoel ook nog steeds terughalen. Het is een adem ontnemende baksteen die zo in je maag geschoven wordt waardoor je even uit het veld geslagen niet meer de adem hapt die je normaliter als vanzelf tot je neemt. Alsof de wereld even stilstaat en de rest van de mensen hun leven leeft. Alsof je beste maatje er vandoor is, je partner van je scheiden wilt en je pijn voelt tot op het bot omdat je broer vermist is opgegeven, want dat droomde ik ook nog eens.
Dat ie vermist was. Ik was ‘m kwijt, verloren en ik wist niet waar ik het zoeken moest. Hij was weg, alsof je een horloge op een verkeerde plek gelegd had en ineens niet meer wist waar je ‘m gelaten had.
Ik reed middenin in de nacht over een dijk op weg naar de zee omdat ik daarheen moest. Zijn auto zou daar staan. Waarom vertelt een droom je niet.

Je broer is natuurlijk een soort navelstreng; het is een bloedband waarbij geen mens een streng kan doorknippen simpelweg omdat je dna overeenkomt en je dus erfelijke eigenschappen deelt. Onzichtbaarder dan dat kan het niet.

En ik voelde me lamgeslagen. Als je iets verloren bent en je niet weet waar je het moet zoeken draai je in cirkels rond. Als je ongeveer weet waar je het moet zoeken ren je daarheen en hoop je dat je het terugvindt in welke staat dan ook, maar als je er dan pas achter komt; dat het er niet ligt, voel je desillusie en raak je eerst in paniek en daarna ben je lamgeslagen.

Ik droomde mijn droom in een drieluik. Het leek alsof ik stopte met dromen en later weer verder ging met het tweede en derde deel voordat ik wakker werd. Het was verontrustend en verdrietig, en bovendien voelde ik me een hoofdrolspeler in een heel goed gelukte thriller. En als ik dan toch een extra opmerking mag toevoegen; ik speelde werkelijk Gouden-Kalf-waardig.

Stiltecoupé.

Heerlijk, zo’n stiltecoupé waar geen kind, geen hond, geen oudere geen enkel geluid maakt dat lijkt op rochels, gehijg, geblèr, gepuf, gezever en gebel. In plaats daarvan alleen maar licht geruis van krantjes, gerikketik van laptoptoetsen en ritselende ritsen van tassen. Ik kies expres een stiltecoupé uit om van de rust te genieten en in dit geval ook van een mooie grijze, lichte mist die mij naar het carnavaleske brabantse land vervoert.

Dat dan een conducteur met een enorm accent keihard aankondigt dat we ‘aan boord zitten van de trein naar Goowwda, Uwtrecht Céntrrraal, en verder gaan als intercity naar Amersssfoort, Zwwoille met als éindbestemming … Grooningah.’

Blijkbaar zien veel mensen die grote S niet op het raam. Ze bellen, kleppen en ruzieën er op los. De S van stilte, silence of op z’n frans silence. Laat me gewoon even niets doen, kijken en mijmeren.

Den Bosch heeft een andere sfeer dan Oss. Het is groter, breder. De mist trekt hier op terwijl de mist in Oss meestal voor mijn gevoel blijft hangen als een zware deken over een niet beslapen bed. Bij Bagels & Beans schalt lichte Barokmuziek door de boxen en wordt er vrolijk gekletst zoals alleen brabanders dat doen met een gezalfde zachte g. Mijn familie kan nimmer wennen aan mijn halve harde G die weleens omslaat in een onvervalste zachte.

Ik voel me soms plotseling melancholisch als ik met de trein brabant binnenrijd. Een streek waar ik geboren ben maar niet kon aarden. Een zeer pijnlijk gevoel dat niet over lijkt te gaan. Het herbergt herinneringen en verdriet dat ik nooit verklaren kon. En nog steeds niet echt, hoewel ik nu vergelijken kan en beter kan duiden.

Soms moet je in je beste belang je gevoel van je afschudden. …

Geen waarom.

Het kwam door een gesprekje op Twitter. Soms ontstaan er gesprekken. Men denkt weleens dat Twitter alleen een zendkanaal is maar het levert soms prachtige gesprekken op.

Er werd gezegd dat ik focus heb. Ik zie dat anders. In mijn hoofd is het soms net een ballenbak. Of een kom met m&m’s met allemaal kleurtjes en al die verschillende kleurtjes zijn leuke, frisse en nieuwe ideeën die ergens rond hetzelfde tijdstip ontstaan en dus roer ik weleens met mijn hand door die bak heen en weet helemaal niet wat ik allemaal ga doen en hoe ik dat ga doen. Vroeger werd ik daar enorm nerveus van en stresserig. Maar ik vertrouwde ook helemaal niet op mezelf.

Afgelopen week was ik op weg naar het centrum toen ik als vanzelf een hele andere kant uit liep. Waarom ik in m’n hoofd had dat ik ineens achter die gele m&m aan wilde in plaats van die blauwe kon ik op dat moment niet verklaren. Alsof er een onzichtbare hand me een duwtje in de rug gaf of een piepklein fluisterstemmetje vertelde: ‘Daar! Daar!’

Als je niet vertrouwt op jezelf of de dingen die je onderneemt is de kans heel groot dat het flopt. En blijkbaar is het zo dat wanneer je alles open laat en denkt: ik zie het wel, het uiteindelijk op z’n pootjes terecht zal komen. En weet je, mocht het niet op z’n pootjes terecht komen, dan was die m&m niet lekker genoeg.

[De foto is van de film Le Ballon Rouge. Aanrader!]

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten